Cross-overs in de kunst: Mark van Overeem
Kunstenaars die de gebaande paden verlaten en het avontuur aangaan, ontwikkelen vaak spannende cross-overs. Door zich op een totaal ander medium te richten dan waartoe ze zijn opgeleid of een bijzondere mix van media toe te passen, krijgt hun werk een nieuwe dimensie. Mark van Overeem koos tijdens zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag voor de richting schilderkunst. Na een aantal succesvolle tentoonstellingen volgde eind jaren negentig een artistieke crisis. Die kwam hij te boven door het roer om te gooien. Sinds een jaar of vier maakt hij installaties waarin het door hem opgeroepen beeld gespiegeld wordt: een mix van fotografie, film en installatiekunst. In het GEM is deze zomer een solopresentatie van hem te zien. Door Etienne Boileau In een bedrijfshal aan de rand van Den Haag maakt Mark van Overeem de grootste installatie van zijn kunstenaarsbestaan. Voor zijn tentoonstelling in het GEM bouwt hij er een tuin als ware het een archeologische vindplaats, met delen van de muur die de Westelijke Jordaanoever scheidt van Israël. We praten over de crisis die hij doormaakte en zijn omslag naar ruimtelijk werk. Maar eerst zijn opleiding aan de Koninklijke Academie in Den Haag, waar hij voor de schilderkunst koos. Was je toen ook met ruimte bezig? “Ja, ook toen al. Mijn eerste schilderijen hadden ruimtelijke elementen, met een geabstraheerd landschappelijk beeld in het platte vlak dat los kwam van de muur. Na mijn academietijd had ik een paar succesvolle jaren als schilder, maar uiteindelijk kwam ik in een soort kosmische leegte uit, een vormloosheid die alleen nog maar kon verwijzen naar zichzelf. Ik raakte in een crisis en werd depressief, want uiteindelijk heb je vorm nodig.” Hoe ben je daar uitgekomen? “Door een uitspraak van Francis Bacon: ‘Je kunt alleen maar schilderen wat je gezien hebt’. Ik heb een etspers geleend en ben etsen gaan maken; rustgevend vond ik dat. Later heb ik het schilderen weer opgepakt. En ineens deed een denkbeeldige lege ruimte zijn intrede in mijn schilderijen: een plat vlak dat zich naar binnen wrong waarbij de drager van het schilderij in perspectief stond, en daarmee in zichzelf verwees naar ruimte. Zo ontstond de illusie dat er dikte of diepte in het schilderij zat. Ik ontdekte dat je de illusie kunt verbinden aan de verbeelding.” Een idee dat bevrijdde? “Ja, ik ontdekte een andere wereld. Soms kun je iets weten enkel en alleen omdat je iets ziet, ook al heb je het nog niet opgepakt op intellectueel niveau. Als volgende stap ben ik de ruimte ingegaan en ben ik foto’s en video’s gaan maken, waarin ik verschillende ruimtelijkheden bij elkaar bracht. Voor de RAW EXPO 2012 in Rotterdam fotografeerde ik een verlaten directiekamer in de Phoenixloods, met lege bierflessen en al, en plakte de foto’s op groot formaat op de wanden van diezelfde ruimte. Titel: Second Nature Once Again. De ruimte werd gespiegeld en gerepeteerd.” Je reisde de afgelopen jaren ook regelmatig voor je werk. “Ja, ik ben een paar jaar geleden in Beijing geweest en kwam met een bijzondere foto terug van een oude Chinese stadswijk (Hutong). Die print heb ik in 2013 op groot formaat in een Chinese legertent laten zien tijdens de RAW CHINA EXPO in Pakhuis Santos, ook in Rotterdam. En vorig jaar ben ik een paar maanden in Israël geweest. Uiteindelijk kwam ik erachter dat ik iets anders met de scheidingsmuur langs de Westelijke Jordaanoever wilde doen dan ik aanvankelijk had gedacht. Eerst kreeg de muur een prominente rol in het werk, nu krijgt hij visueel terloops aandacht. Voor mijn tentoonstelling in het GEM worden manshoge lichtbakken geplaatst; ze dienen als illusies binnen de tuin. De installatie bestaat verder uit bomen, struiken en stukken muur zoals je die ook in de lichtbakken aantreft. Ik heb een tuin hier in het atelier in gedemonteerde vorm nagebouwd. Het materiaal dat ik daarvoor heb gemaakt en de spullen die ik voor dat doel bij elkaar heb gezocht, heb ik dusdanig bewerkt dat er herhalingen en spiegelbeelden tussen de fotografische afbeeldingen en de objecten ontstaan.” Is het in beeld brengen van die scheidingsmuur ook niet een politiek statement? “Ik ben geen ideologisch geëngageerd kunstenaar en wil mensen met deze installatie niet een bepaalde betekenis opleggen. Alleen blijkt door de geschiedenis heen dat muren het nooit volhouden. Bijna iedere muur wordt uiteindelijk een soort van toeristische attractie. Kijk naar de Chinese Muur en de Berlijnse Muur.” Wat wil je dan met deze installatie kenbaar maken? “Zo’n muur scheidt mensen van elkaar. Als je in Israël en de Westelijke Jordaanoever rondloopt, voel je de angsten die de muur teweegbrengt. In mijn installatie relateer ik die angsten aan mijn eigen angst en ook aan de verlatenheid; de menselijke cultuur is in het werk volledig tot stilstand gekomen. Het is een soort stedelijk verval: je krijgt half omgevallen bomen te zien, loopt tegen brokstukken van de muur aan, en er liggen her en der kapotte dingen. Alles lijkt van beton te zijn; alles is stoffig en grijs. En de verlichting is er summier. Je zult met een zaklantaarn door die wereld heen moeten lopen en je eigen weg moeten vinden. ” Mark van Overeem, A Wish in Return, GEM, Den Haag, 20 juni t/m 18 oktober 201